Variabele pensioenuitkering en APF op de pensioenagenda van staatssecretaris Jetta Klijnsma
De pensioenagenda van de staatssecretaris begint met de reeds lopende wetsvoorstellen. Hierbij wordt hoge prioriteit gegeven aan het reeds ingediende voorstel: Wet variabele pensioenuitkering.
Het voorstel zoals het reeds is ingediend zal worden samengevoegd met het initiatief voorstel van Lodders. Insteek is dat dit gewijzigde voorstel spoedig kan worden behandeld en op 1 juli 2016 kan worden ingevoerd.
Essentie van het voorstel is, dat er een verruiming komt in de huidige rigide regeling bij het aankopen van een pensioenuitkering met een opgebouwd pensioenkapitaal. Gezien de lage rentestand op dit moment en de steeds hoger wordende levensverwachting, valt de hoogte van de aan te kopen pensioenuitkering vaak tegen. In het wetsvoorstel wordt de mogelijkheid uitgewerkt om ook na pensionering door te beleggen met pensioengeld. Hierbij is de hoogte van de aangekochte pensioenuitkering op de datum van ingang van het pensioen niet meer levenslang vast maar blijft er een kans dat de pensioenuitkering gedurende de uitkeringsfase stijgt. Kanttekening hierbij is dat er dus ook een kans ontstaat op een lagere uitkering!
Na de behandeling in de kamer weten we hoe de regeling er exact uit gaat zien.
Het tweede grote item voor 2016 is de verdere wet- en regelgeving omtrent de mogelijkheden van een algemeen pensioenfonds (APF).
Het APF is sinds begin 2016 een feit. Tot op heden zijn er vijf aanvragen voor een vergunning voor een algemeen pensioenfonds in behandeling genomen door de DNB.
Pensioenfondsen zien in een APF een mogelijkheid om tot de zo gewenste schaalvergroting te komen. Ook de verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen kijken met meer dan gemiddelde belangstelling naar de ontwikkelingen omtrent het APF. De huidige regelgeving maakt het echter niet mogelijk voor de verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen om deel te nemen aan een APF.
Staatssecretaris Jetta Klijnsma wil in overleg treden met de pensioensector en de sociale partners om te bezien of er een basis kan worden gevonden voor deelname aan een APF van de verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen. Hierbij is het van belang dat alle betrokken partijen zich hierin kunnen vinden. Hierna wil de staatssecretaris de wetgeving aan gaan passen zodat er misschien ook mogelijkheden voor deelname aan een APF ontstaan voor een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds.
Indien de staatssecretaris het voor elkaar krijgt om ook de verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen de mogelijkheid te bieden om deel te nemen aan een APF, dan kunnen vele verschillende pensioenregeling samen in één APF. Of hierdoor ook beter wordt, zal vooral bepaald worden door de feitelijke uitvoering.